Wij zoekers…lezen en horen dat ‘verlichting’ is samenvallen met Alles Zoals Het Is. We realiseren ons dat wij allen het Ene Bewustzijn zijn, die een illusie van een individu uitbeelden… en dan … gaan we verder en checken het weerbericht… 😂
Of we zuigen aan een hoorntje pistache ijs… Of we steken een agressieve middelvinger omhoog omdat iemand het waagde ons te snijden op de snelweg. Of laten ons afleiden door iets dat ons weer in onze comfortzone terugbrengt. Kortom:
we hernemen ons ‘normale leven’ weer. Dat is heel normaal. Waarom? Omdat we nog steeds denken dat ‘wij’ ‘wij’ zijn. Dat we onze gescheiden lichaam – geest & identiteit zijn. In plaats van de eeuwige tijdloze waarneming te ervaren, die zowel lichaam als geest doordringt.
Oh … we hebben ons heilige boek gelezen en dat ‘verstandelijkt’ en tot iets redelijks teruggebracht. Ons met thee ontspannen na een paar rondjes mediatie.
Misschien een glimp opgevangen van die Bewustwording, tijdens een korte contemplatieve absorptie of een zelfonderzoek, maar… nog steeds geen verval van krachten van onze illusionaire zelf identiteit, die uiteindelijk onze ware identiteit bestaand uit pure Waarneming moet blootleggen: de ‘Ik’ en ‘ Mij’ zijn nog in het spel…
Je weet wel, die ‘zelf’ die steeds zegt ‘ik ben op weg naar … ik doe dat zelf en ik regel mijn eigen leven; mijn eigen zoektocht naar bewustwording.
Want je denkt nog steeds dat je verstand voor zichzelf wil, wat je verstand nooit kan ‘hebben’. Dus laten we voor het makkelijk verkrijgbare gaan. Een hoorntje pistache-ijs. Wat is daar verkeerd aan? Ik plan mijn eigen verleiding en afleiding: misschien een dagje naar het strand, waar ik een boek lees ‘Hoe bereik ik Verlichting’. Met op de achtergrond de soundtrack van de
geruststellende op de kust slaande golven van de branding… Maar ik check eerst even het weerbericht!
Dan toch maar liever Rumi?
Vele wijzen hebben dit leven verfoeid en gezegd: ‘Wij wensen geen leven dat dood is voor de Ware en leeft bij de mensen.’
Je voelt je een weeskind, als je gescheiden van mensen leeft, maar het is precies dat soort hart dat God zoekt, waarin Hij leeft.
Wanneer een dief goederen steelt van een blinde man, beweent zichzelf in onwetende blindheid, de blinde man.
– waarmee Rumi de achteloze onverschillige bewoners van deze wereld bedoelt, die blind zijn voor de mogelijkheden van hun eigen, zo noodzakelijke, geestelijke ontwikkeling.
Als de dief niet tegen hem zegt: ‘Ik ben een dief en heb die en die goederen van jou gestolen’ – hoe zou die zielige blinde dan kunnen weten wie de dief kan zijn?
Zijn bestemming was om blind te zijn. Mocht je de dief spreken, grijp hem dan vast en laat hem bekennen, totdat hij vertelt wat hij mee wilde nemen. Daarom behoort het tot de grote djihâd, om de dief te grijpen die je geestelijk leven van je stal. Als eerste heeft hij je spiritualiteit gestolen, die helderheid gaf aan de ogen van je hart. Eis dat terug, opdat je hart gaat zien.
De schat, de wijsheid die je hart kwijt is, is in het bezit van de meester der harten. Door hem krijg je het terug. Het blinde hart komt er niet achter wie de duivelse dief is,
al heeft hij een ziel en zintuigen, want hij laat geen sporen na. De zoeker naar goede raad kwam bij de wijze man en zei: ‘O vader die een kind is geworden, vertel mij een geheim.’ Hij antwoordde: ‘We zijn gesloten. Ga weg van mijn deur. Ga terug naar waar je vandaan komt; vandaag is geen geheimendag. Als er in de plaatsloze wereld een weg naar een plaats zou zijn, zou, net als bij de geestelijk leiders, ‘mijn eigen winkel’ open zijn.’
Want ik wijs wel de weg, maar die moet je zelf gaan…
Imam Abdulwahid van Bommel
0 Comments